Het handgebaar van Sylvia
- Marco Kamphuis
- 4 dec
- 6 minuten om te lezen

Ze is 18, 19 jaar, schat ik, en draagt een zwarte spijkerbroek, een wit t-shirt en roze Nikes. Ze houdt een papieren handdoekje tegen haar linker oog gedrukt, doordrenkt met bloed. Ietwat onvast op haar benen komt ze de eerstehulppost binnen. De jonge vrouw wordt ondersteund door een lange man van een jaar of 26. Hij houdt haar vast bij haar rechter bovenarm. De man draagt een track suit van Gucci: zo eentje dat de bijna drieduizend euro die hij ervoor betaalde, echt niet waard is. En gouden ringen met stenen. Patser.
Het is rustig op de zorgpost. Twee collega's zitten op hun telefoon te Youtuben: Gen-Z. Een andere hulpverlener houdt een kotszakje voor de mond van een dronken meisje die omarmd wordt door een overbezorgde vriendin. De EHBO-portofoon op tafel is al de hele avond angstvallig stil. Stilte voor de storm vrees ik. Het is kort voor middernacht en dat is vroeg voor zo'n hardcore dance event.
Ik stel me voor en vraag het meisje waarmee ik haar kan helpen. De man antwoordt voor haar. 'Ze heeft haar hoofd gestoten en heeft een flinke snee. Maar ze durft niet naar het ziekenhuis dus wil ze dat jullie het gaan verbinden.' Ik zeg dat ik zal helpen en wijs naar een stoel. 'Ga daar maar zitten, dan kijk ik wat ik kan doen.'
Terwijl de twee naar de stoel lopen houdt de jonge vrouw haar open hand achter haar billen. Ze buigt haar duim in haar handpalm en sluit haar vingers over haar duim. Haar begeleider ziet niks. Gelukkig. 'Hoe heet je? ', vraag ik. 'Sylvia', antwoordt de man. 'Ok, Sylvia haal het doekje maar even weg dan kan ik kijken wat ik voor je kan doen.' Ze doet het en ik zie een wond naast haar oogkas die nauwelijks meer bloedt. 'Ik heb het gezien hoor en ik zal je helpen', zeg ik terwijl ik haar recht in haar ogen kijk. Ze kijkt bang. Ik hoop dat ze mijn boodschap begrepen heeft. En de man niet.
Tijd rekken. Ik trek mijn handschoenen aan, maak met een gaasje de wond schoon, leg een steriel gaasje op de wond en zeg dat Sylvia het moet vasthouden. Ondertussen bedenk ik hoe ik ongemerkt de beveiliging kan waarschuwen. Ik pak een koelzak, activeer die, wikkel hem in een doek en zeg tegen Sylvia dat ze het pakketje vijf minuten tegen het gaasje moet houden. 'Dan komt er geen zwelling en geneest de wond beter', lieg ik. Vijf minuten gewonnen. Nu nog een smoes verzinnen waardoor ik weg kan.
De man staat naast Sylvia en heeft zijn hand op haar schouder. Niet losjes, troostend, maar stevig. Een Ik-ben-hier-en- en-ga-niet-weg-greep. Hij kijkt nauwlettend naar alles wat ik doe. Niet naar Sylvia, maar naar mij. Het maakt me ongemakkelijk. 'Waaraan heb je je hoofd gestoten?', vraag ik Sylvia. Ze wil antwoorden maar trainingspak knijpt in haar schouder. 'Aan een hek, oké?', vult de man geprikkeld in. Mijn niet-pluisgevoel neemt alleen maar toe. Sylvia heeft nog niet een keer de man aangekeken en nog niks gezegd.
Ostentatief trek ik mijn handschoenen uit. Ik steek mijn hand uit naar de Gucci-man en zeg: 'Ik had mij helemaal nog niet aan je voorgesteld.' Ik noem mijn naam. Achteloos schudt hij mijn hand. 'Hallo.' Zijn arrogantie is groter dan het prijskaartje van zijn trainingspak. Geveinsd geïnteresseerd vraag ik wat de relatie van de twee is. Alsof ik dat niet al wist. 'Ze is m'n vriendin.' Sylvia kijkt mij aan en zegt: 'Dat is niet waar. Ik ben zijn vriendin niet. Ik ben bang van hem.' Met haar ogen, niet met haar stem. Angst, pure angst.
Er is een minuut verstreken. 'Ok, Sylvia, je moet de koelzak er nog vier minuten tegenaan houden, ok? Ik ga even naar de wc en dan ga ik je helpen.' Ik pak achteloos de portofoon van de tafel, meld aan mijn collega's dat ik 'even ga pissen' en verdwijn naar buiten. In de gang schakel ik de portofoon over van het EHBO-kanaal naar het kanaal van de beveiliging. Ik vraag of een koppeltje mij met spoed kan ontmoeten bij het hek dat naar de EHBO-post leidt.
Binnen no-time staan er vier, uit de kluiten gewassen beveiligers voor mijn neus. Waar ze vandaan kwamen mag Joost weten: het interesseert mij niet. Ik brief het beveiligerskwartet. 'Daarnet komt een meisje met een hoofdwond de EHBO-post binnen, samen met haar vriend. Zij is 18, hij een stuk ouder. Toen ze ging zitten gaf ze mij achter haar rug het noodsignaal.' Terwijl ik dat zeg doe ik het voor: ik vouw mijn duim in de palm van mijn open hand en maak een vuist.
De mannen knikken. Alle vier. Ze snappen wat er aan de hand is. 'Wat wil je dat wij doen?' vraagt de grootste. 'Kunnen jullie de man meenemen, zonder dat hij weet dat zijn vriendin ons gewaarschuwd heeft?' De beveiliger zegt dat dat geen probleem is. 'Ik moet nu terug want ik heb gezegd dat ik even naar de wc ging. Kom niet meteen achter mij aan, alsjeblieft.' 'Komt goed,' zegt de grootste. Hij zegt nog net geen 'jochie'. Ik schakel de portofoon weer terug naar ons kanaal en loop terug.
Als ik de EHBO-post binnenloop tref ik de situatie aan zoals ik die achterliet. Niemand heeft iets gemerkt. Ik was mijn handen onder het kraantje van de jerrycan, droog ze af en trek mijn handschoenen aan. 'Zo Sylvia, haal de koelzak er maar af hoor, dan ga ik de wond verbinden.' Gucci vraagt of wij de wond niet kunnen hechten of lijmen want zijn vriendin is bang voor het ziekenhuis. Sylvia is bang, dat klopt. Maar niet voor het ziekenhuis. Ik pak wat hechtstrips, een schaar, gazen en een rol zelfklevend zwachtel, en vraag mijn collega om even te helpen met de hechtstrips. Blij dat hij wat kan doen, veert die op. Ik vraag of hij aan de andere kant kan gaan staan van Sylvia. Ze trilt, merk ik. Sylvia's vriend, moet een stapje achteruit doen en de schouder van Sylvia loslaten om plaats te maken voor mijn collega.
Ik sta met mijn rug naar de ingang en merk de twee beveiligers pas op als ze bij ons staan. 'Jongeman, kun je even met ons meekomen?' Grootste legt zijn hand op de schouder van Gucci. Die weet niet wat er aan de hand is. Of wel. 'Waarom zou ik?' antwoordt hij agressief. 'Iemand heeft gezien dat je stond te dealen', liegt Grootste. Hij trekt Gucci bij ons weg en de andere beveiliger gaat tussen Sylvia en Gucci in staan. De scheldkanonnade van Gucci bestaat voornamelijk uit dodelijke ziekten en 'fokking'. Maar even snel als de beveiligers binnenkwamen, is Gucci tussen twee van hen in afgevoerd.
'Heeft hij dat gedaan?', vraag ik Sylvia terwijl ik op haar wond wijs. 'Ja', antwoordt ze. Dan haalt ze een diepe teug adem en barst ze in huilen uit. Tranen van verdriet, pijn, vreugde. Ik weet het niet. Hortend en stotend vertelt ze dat ze Gio online ontmoette toen ze 17 was en ze pas door had dat hij een loverboy was toen het te laat was. Haar verhalen zijn verbrokkeld en nooit eerder verteld. Ze worden onderbroken door huilbuien. Hij zou Sylvia al vaker hebben mishandeld en seksueel hebben uitgebuit. Mijn collega's hebben, met het dronken meisje en haar vriendin de post verlaten. Ze hebben een EHBO-tas mee en behandelen om de hoek. De post is even voor Sylvia. Fijn dat de EHBO'ers zo'n goed inlevingsvermogen hebben.
Ze is uitgepraat, uitgerild en uitgeput, als ik de laatste hand leg aan het verbinden van haar hoofdwond en haar overdraag aan de politie. Ze zeggen dat ze Sylvia naar het ziekenhuis brengen, zorgen dat ze thuis komt en ze Veilig Thuis zullen informeren. Mijn werk zit erop. Als ze opstaat zegt Sylvia: 'Dankuwel, meneer. Fijn dat u het snapte van m'n hand. Het noodsignaal.' Ze steekt haar hand op, vouwt haar duim op haar palm en legt haar vingers over haar duim. Ze maakt een vuist. Tegen Gio en als teken van strijdlustigheid.
Sylvia en Gio zijn gefingeerde namen.

NAWOORD Het verhaal van Sylvia laat zien hoe belangrijk het is om alert te zijn op non-verbale signalen van zorgvragers, zoals het noodsignaal met de hand. Als zorgverlener kun je een cruciale rol spelen door rustig te blijven, tijd te winnen en (discreet) hulp in te schakelen wanneer je een onveilige situatie vermoedt. Samenwerking met collega’s en beveiliging is daarbij essentieel. Blijf altijd letten op de veiligheid van jezelf en de zorgvrager diens welzijn. En durf te handelen als je gevoel zegt dat er meer aan de hand is dan alleen een wond.




