Onzichtbare hitte voor de start
- Marco Kamphuis
- 1 aug
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 4 dec
Bij grote hardloopevenementen zoals marathons, halve marathons of prestatielopen staan vaak duizenden lopers dicht opeengepakt in startvakken, wachtend op het startschot. Zeker bij populaire evenementen kunnen lopers tientallen minuten in de startopstelling staan. Er speelt zich hier een interessant én belangrijk fysiologisch verschijnsel af: het pinguïn-effect.

Het pinguïn-effect is een vorm van hitteretentie: het vasthouden van warmte doordat individuen dicht tegen elkaar aanstaan. De term komt uit de biologie, waar men observeerde hoe pinguïns in de extreme kou samenklitten in grote groepen. Door hun lichamen tegen elkaar aan te drukken, verliezen ze minder warmte aan de koude lucht, en blijven ze gezamenlijk warm.
Bij mensen werkt dit principe net zo. In een grote mensenmassa, zoals in het startvak van een marathon, ontstaat een microklimaat waarin de temperatuur lokaal flink kan oplopen. Elke loper straalt ongeveer 100 watt aan warmte uit, en bij honderden of duizenden lopers dicht bij elkaar wordt die warmte nauwelijks afgevoerd door luchtstroom of wind.

Meer dan vijf graden
Onderzoek en metingen bij grote evenementen tonen aan dat de temperatuur in een dichte groep mensen gemiddeld 2 tot 5 °C hoger kan zijn dan de omgevingstemperatuur. Bij windstil, zonnig of benauwd weer kan dit zelfs meer dan 5 °C worden, vooral in de kern van de groep waar luchtcirculatie het slechtst is. De gevoelstemperatuur kan nog hoger uitvallen door verdamping van zweet en vochtige kleding.
De verhoogde omgevingstemperatuur heeft directe invloed op de lopers. Nog voor de start beginnen veel lopers al te zweten en stijgt hun lichaamstemperatuur. Dit leidt tot vervroegde thermische belasting: het lichaam start de wedstrijd al met een verhoogde kerntemperatuur. Door vochtverlies voor het begin van de wedstrijd raakt het lichaam eerder uitgedroogd, wat leidt tot snellere vermoeidheid. Zeker op warme dagen neemt het risico op oververhitting toe, met mogelijke gevolgen zoals hittestress, spierkrampen of hitte-uitputting. Bovendien heeft een te hoge starttemperatuur een negatieve invloed op het uithoudings-vermogen en het tempo van de loper.
Begin koel
Hoewel het groepsgewijs starten vanuit een startvak onvermijdelijk is, kunnen lopers en organisatoren maatregelen nemen om de negatieve effecten van hitteretentie te verminderen. Voor de loper is het verstandig om zo lang mogelijk buiten het startvak te blijven en een koele plek in de schaduw op te zoeken tot kort voor de start.
Het dragen van lichte, ademende kleding die vocht goed afvoert en zonlicht reflecteert, helpt om het lichaam koel te houden. Koeling vooraf, bijvoorbeeld met een natte handdoek, koelvest of koud water op nek en polsen, is effectief. Daarnaast is het belangrijk om voldoende te drinken, zonder te overdrijven; kleine slokjes tot net voor de start zijn ideaal. Zonnebescherming voorkomt extra warmtestress door directe blootstelling aan zonlicht.
Organisator
Ook de organisatie van het evenement kan bijdragen om het pinguïn-effect te verminderen. Een goede luchtcirculatie in het startgebied helpt, bijvoorbeeld door een brede startopstelling en open zijden bij startvakken. Of door gebruik van schaduwdoeken. Het beperken van de wachttijd in het startvak door gespreide starts in kleinere startgroepen vermindert het pinguïn-effect.

Dance events
Het pinguïn-effect beperkt zich niet tot de startvakken van hardloopwedstrijden. Alle evenementen waarbij mensenmassa's opeengepakt zijn, kunnen last krijgen van de onderlinge opwarming van de bezoekers.
Denk aan dance festivals als Defqon (foto boven) of Koningsdag in Amsterdam (foto onder). Maar ook bij massabijeenkomsten als Sail Amsterdam of drukbezochte concerten kunnen hitteslachtoffers vallen doordat de temperatuur in het microklimaat waarin ze zich bevinden flink oploopt.
Opeengepakte mensenmassa's brengen nog een andere zorg met zich mee: hoe bereik je als eerstehulpverlener de oververhitte zorgvrager op tijd, en hoe voer je hem af? Het zijn allemaal vragen die vooraf beantwoord moeten worden en in een zorgplan moeten zijn vastgelegd.
Hitteplan
In een hitteplan is preventie een belangrijke factor om het zorgaanbod beheersbaar te houden. De basis is een goede publieksvoorlichting. Het is belangrijk om deelnemers en bezoekers actief te informeren over de risico’s van hitteretentie en gerichte adviezen te geven bij warm weer. Daarnaast kunnen preventiemaatregelen door de organisator, zoals het verstrekken van gratis drinkwater, het bieden van schaduwrijke plekken, vernevelingsinstallaties en dergelijke, het aanbod van hitteslachtoffers aanzienlijk verminderen. Zo nodig kan het evenement worden aangepast.
Als EZO moet je op een hoog zorgaanbod voorbereid zijn. Je moet bijvoorbeeld voldoende zorgposten hebben waar (agressief) gekoeld kan worden. De zorgverleners moeten goed geïnstrueerd worden over de verschijnselen van hittegerelateerde letsels en de behandeling ervan. Daarnaast moeten ze ook maatregelen nemen om hyperthermie bij zichzelf te voorkomen. Als je als zorgverlener moet werken in een mensenmassa ben je kun je immers zelf ook slachtoffer worden van de (pinguïn-)hitte.
Het pinguïn-effect is een belangrijke risicofactor dat bij grote hardloopevenementen, dance festivals en massabijeenkomsten ongemerkt voor oververhitting zorgen. Door je bewust te zijn van dit effect en tijdig maatregelen te nemen, kun je als deelnemer koel en verantwoord op het evenement verschijnen, met een betere kans op een veilig en succesvol evenement.




